Marieke van de Beek - Lindhout
Kandidaat Statenlid ChristenUnie Gelderland
Marieke van de Beek - Lindhout Kandidaat Statenlid ChristenUnie Gelderland

‘Laten we met elkaar praten en naar elkaar luisteren’

Algemeen

SCHERPENZEEL/ARNHEM Marieke van de Beek kan op 15 maart voor de ChristenUnie in de Provinciale Staten van Gelderland gekozen worden. Ze zat acht jaar in de Scherpenzeelse raad. ‘Ik wil wat terug doen voor de samenleving,’ zegt Marieke van de Beek. De ChristenUnie gebruikt als motto: ‘Ruimte voor elkaar’.

De ChristenUnie heeft op dit moment vier zetels in de Gelderse Staten. Marieke van de Beek staat op de derde plek. ‘De vierde zetel is een restzetel. Maar ik sta dus op een verkiesbare plek. Ik hoop dat ik gekozen word.’

De kans is groot dat BBB de grote winnaar van de verkiezingen wordt. ‘Ik denk dat ze veel steun van de boeren zullen krijgen. Maar aan de andere kant zijn ze verder behoorlijk ‘rechts’. Ik kan mij bijna niet voorstellen dat de ChristenUnie achterban zich bij deze partij thuis kan voelen,’ aldus Van de Beek.

Bij de vorige Provinciale Statenverkiezingen won Forum voor Democratie veel stemmen, maar die partij staat er in de peilingen niet goed voor. Er gaat dus echt iets veranderen in de Gelderse politiek. 

De ChristenUnie vindt dat de boeren die PAS-melder zijn, dat zijn bedrijven die in het verleden konden volstaan met een melding over stikstof, en nu toch een vergunning nodig hebben, snel geholpen moeten worden. 

‘Voor de Provinciale Staten in Gelderland is het stikstof beleid een belangrijk vraagstuk,’ vindt Marieke van de Beek. ‘Op de Veluwe ligt een grote uitdaging. Wij vinden het jammer dat de discussie zo gepolariseerd is. Je bent op dit moment voor de boeren of voor de natuur. 

Dat is een onjuiste tegenstelling. De boeren en de natuur hebben elkaar nodig. Wie onderhoudt de natuur in het buitengebied als er geen boeren meer zijn?’ Aan de oplossing van het stikstofprobleem moeten alle sectoren hun bijdrage leveren, niet alleen de agrarische sector. We moeten met elkaar in gesprek en naar elkaar luisteren. Als we ons in elkaar verdiepen, kunnen we elkaar beter begrijpen,’ stelt Van de Beek.

Zij en haar medekandidaten reizen als team door de provincie om overal met kiezers te spreken en hun standpunten uit te leggen. 

Mobiliteit is een belangrijk thema. Scherpenzeel voert samen met Woudenberg en Renswoude actie bij de provincies Utrecht en Gelderland voor maatregelen op de N224. ‘Het is een drukke weg en dat is zeker een probleem,’ erkent Van de Beek. ‘Maar een oplossing is lastig. Woudenberg bouwt met Hoevelaar een grote wijk en heeft plannen voor nog een woonwijk en een bedrijventerrein. In Scherpenzeel wil men Het Zwarte Land II aanleggen en komt er nog een grote wijk bij. Het verkeer zal bepaald niet minder druk worden. In veel gemeenten vindt men het verkeer te druk en praat men over randwegen. Dat wordt lastig.’ 

‘Voor deze en andere problemen geldt dat we eens moeten nadenken hoe we in de toekomst verder willen gaan. We moeten werken aan een duurzame toekomst. Bijvoorbeeld vaker de fiets pakken, als dat kan en zorgen voor een goed netwerk van Openbaar Vervoer. Daarvoor is een verandering van mindset nodig. 

Het autobezit moet minder vanzelfsprekend worden, zeker als je woont op een plek waar alle voorzieningen en goed openbaar vervoer dichtbij beschikbaar zijn. Aan de andere kant werkt Van de Beek bij Kwintes in Zeist. ‘Met het OV is dat een omslachtige reis. Dus moet ik met de auto of de fiets. Daarom is het belangrijk dat er goed OV is. Zo kunnen we mensen verleiden met het Openbaar Vervoer te reizen.’

Voor de provinciale Staten is het belangrijk dat er ook mensen in zitten, die uit kleine kernen komen. ‘Daar spelen andere problemen dan in steden als Nijmegen en Arnhem. Het is goed om de problematiek van kleine kernen ook onder de aandacht te brengen. De laatste jaren heeft de provincie overigens geld in de leefbaarheid van dorpen in bijvoorbeeld de Achterhoek gestoken. Dat is belangrijk. We moeten niet alleen aandacht hebben voor de metropool Arnhem en Nijmegen, waar heel veel woningen gebouwd zullen worden,’ vertelt Marieke van de Beek.

In 2006 verhuisde Marieke van de Beek uit Moerkapelle naar Scherpenzeel. Ze was al lid van de ChristenUnie. Al snel stonden bestuursleden van de plaatselijke afdeling op de stoep, met de vraag of ze bestuurslid wilde worden. ‘Toen ik vertelde dat lokale politiek mij min of meer met de paplepel was meegegeven, omdat mijn vader in mijn jeugd raadslid was voor de SGP, kwam de vraag of ik ook politiek actief wilde worden. Zo ging ik meedraaien met de steunfractie en als commissielid. Na de volgende verkiezingen werd ik fractievoorzitter.’

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar deed de ChristenUnie niet mee aan de verkiezingen, omdat ze onvoldoende goede kandidaten hadden. ‘Dat was een enorme bittere pil,’ geeft Marieke van de Beek toe. ‘Ik heb het raadswerk enorm gemist. In de zomer werd ik gevraagd door de selectiecommissie van de ChristenUnie voor de Provinciale Staten, waarna ik de derde plek op de kandidatenlijst kreeg. De campagne is druk. We worden overal uitgenodigd en Gelderland is een grote provincie. We werken echt als een team. En dat is fijn.’ 

‘Ik ben opgegroeid in de tijd dat Nederland nog een échte verzorgingsstaat was, en de studiebeurs een gift was. Dat was geweldig. De samenleving heeft mij veel gegeven. Dus wil ik iets terug doen en mijn betrokkenheid tonen. De éne gaat koffie schenken in het verzorgingshuis, de ander kleding uitzoeken bij Dorcas. Fantastisch en belangrijk werk. Ik zet mij in in de politiek. Hier ben ik goed in en heb ik de capaciteiten voor.’ En dan met een lachje. ‘Koffie schenken zou niets voor mij zijn. Dus kan ik beter dit werk doen. Wat niet wil zeggen dat ik die andere dingen niet belangrijk vind. Vrijwilligers zijn overal super belangrijk en moeten worden gewaardeerd!’

Sinds de provincie eiste dat Scherpenzeel een fusie met Barneveld zou aangaan, vanwege een slechte financiële positie en te weinig bestuurskracht is de verhouding tussen met name de collegepartijen en het provinciebestuur gespannen. ‘Ik vind die polarisatie jammer,’ zegt Van de Beek. ‘We moeten overleggen met elkaar, bijvoorbeeld over de plaatsing van windmolens.’

De provincie heeft een belangrijke rol in de transitie naar duurzame energie opwekking. De regio’s en gemeenten moeten een steentje bijdragen. Onder meer door de plaatsing van windmolens. De provincie vraagt gemeenten waar de molens moeten komen. ‘Het is belangrijk daar de lokale gemeenschap bij te betrekken. Zodat er draagvlak is en wie dat wil mogelijk kan profiteren van de opbrengst van zo’n windmolen. Voor dit onderwerp, en eigenlijk voor alles waarmee de provincie bezig is, geldt: Laten we met elkaar in gesprek blijven.’

Gerhard te Winkel